We varen van Föhr verder naar Amrum waar we enkele dagen verblijven op een camping in de duinen, aan de voet van de vuurtoren. De duinen zijn hier gigantisch breed en grenzen aan de kilometers lange zandplaat Kniepsand. Zulke zandvlaktes hebben wij tot nu toe nog niet eerder gezien.
Odde
We fietsen naar Norddorf en wandelen verder naar de noordpunt van het eiland, Odde, waar duinen en wad samenkomen in een punt die is afgeschermd voor zeevogels. Bij de wandeling komt aan de wadkant Föhr steeds dichterbij. Vanaf hier kun je wadlooptochten maken naar Föhr, naar iets boven Utersum. Vanaf de punt lopen we via het zandstrand terug en hebben dan goed zicht op Sylt. Terug in Norddorf kunnen we de verleiding niet weerstaan en ploffen we neer op een terrasje voor Rote Grütze met vanillesaus en ijs. Het is een rodevruchtendesert wat het midden houdt tussen een vruchtenbowl en een vruchtenjam. Zoals we de cranberry’s en de duindoorn op de Nederlandse Waddeneilanden aantreffen bij vele gerechten zie je in het noorden van Duitsland deze deserts van rode vruchten in verschillende variaties op de menukaarten staan.
Nebel
Het dorpje Nebel, midden op het eiland, heeft een vriendelijke landelijke uitstraling. Een mooi gezicht ook, de grindpaden. Beter dan de bestraatte paadjes die we op de meeste eilanden aantroffen. Binnen de dorpjes is het prima te doen, maar op de minder bereden paden buiten de bebouwde kom valt het erg tegen om er overheen te fietsen.
Langeness
Vanaf Amrum maken we een dagtocht naar de hallig Langeness. Met de sneldienst varen we er in een half uurtje naartoe. Langeness is een verzameling van 18 Warften, heuveltjes met boerderijen, die met weilanden aan elkaar verbonden zijn tot een soort eiland, een eiland zonder dijken, duinen of strand. De Hallig wordt alleen beschermd door een wal van basalt en keien. We fietsen van de westkant, waar de boot aanlegt, via de enige weg over het eiland naar de oostkant. Zo slalommen we tussen de Warften door en genieten ook nog even van het uitzicht op Föhr, naar de plek waar we eergisteren nog naar deze hoopjes aan de horizon hebben getuurd.
Hooge
Met dezelfde sneldienst varen we nu naar de hallig Hooge, de koning der Halligen. Het telt tien Warften, die soms net minidorpjes zijn. Er is zelfs een supermarkt op de hoofdterp, Hanswarft. Daar bevindt zich ook de Königspesel, de pronkkamer van kapitein Bandix, waar ooit koning Frederick VI van Denemarken een nacht heeft gelogeerd tijdens een Landunter, een overstroming van de weilanden. Dit koninklijk bezoek was naar aanleiding van de de stormvloed in 1825, toen Hooge nog bij Denemarken hoorde. In deze pronkkamer zijn alle wanden betegeld met delftsblauwe tegeltjes uit Nederland, met allen een uitbeelding van een bijbelse vertelling, compleet met een Nederlandse tekst op het hoofdplakkaat. We lopen verder langs een paar Warften, via een klein haventje en de sluis. In tegenstelling tot Langeness is het hier erg toeristisch, de boot zit dan ook afgeladen vol met bejaarden en schoolkinderen die op het eiland in huifkarren worden rondgereden.
Terug naar Dagebül
Na beide dagtochten verlaten we Amrum voor de terugreis naar huis. Omdat Amrum het meest afgelegen eiland is varen we tussen de Halligen en Föhr door terug. Zo is de tocht tevens een mooie gelegenheid om na te genieten van al het moois wat we hebben gezien deze week. Dit deel van de Wadden heeft een hele indruk op ons gemaakt. De grilligere kustlijn met de bewoonde heuvels tussen de eilanden in plaats van een dominante dijk om de zee van de weilanden te scheiden maakt deze streek heel bijzonder. Ook de rietgedekte huizen en de landelijke straatjes in de dorpen staan in schril contrast met de stijfheid van de Ost Friese eilanden. Het maakt ons alleen maar nieuwsgieriger naar de eilanden die we nog zullen gaan bezoeken op ons Waddenavontuur.
mei 2019