Voor de derde zomer op rij drukt het Corona-virus een stempel op onze vakantie. Twee dagen voor ons geplande vertrek testte ik helaas positief en moest daarom in quarantaine. We hadden ons nog zo verheugd op de nieuwe veerdienst van Delfzijl naar Kristiansand. Deze pas geopende veerverbinding was al snel volgeboekt. Gelukkig kon onze hut voor een heenreis omgeboekt worden voor een terugreis. Zo vertrekken we een aantal dagen later dan gepland en in tegengestelde richting voor ons reisje langs de Zweedse en Noorse kusten van resp het Kattegat en het Skagerak.
Via Fehmarn reizen we de eerste dag tot aan Kopenhagen. Na een relaxte reis klappen we eind van de middag de stoeltjes uit op de camping bij de jachthaven en roeivereniging van Ishøj. De camping wordt zo te zien door vele nationaliteiten gebruikt als uitvalsbasis voor een bezoek aan de hoofdstad. Dit is niet de reden van onze keuze. Wij maken de volgende ochtend vanaf de camping direct de oversteek naar Malmø en buigen linksaf voor de Zweedse Westkust, de Bästkust (de beste kust) volgens onze reisgids. Vanaf Halmstad tot de Noorse grens belooft dit een zeer afwisselende kustlijn te worden.
Halmstad
In de regio Halland, een regio van baaien met mooie zandstranden en begroeide duinen, begint onze Westkust verkenning. Voor we de stad in trekken maken we een wandelingetje in de Tönnersa “Sahara”, een zandvlakte met duinen en door wind geteisterde bomen, iets ten zuiden van Halmstad. De stad zelf is vooral bekend van de Halmstadgroep, een collectief surrealistische kunstenaars. Je treft er veel kunst op straat en een beeld van Pablo Picasso in het park aan de oever van de Nissan. Aan de overliggende oever bevinden zich de winkelstraten tussen de oude stadspoort en het slot.
Varberg
De volgende camping aan zee, bij zandstrand en rotskust, kiezen we in Varberg. Via de strandpromenade maak je een schitterende wandeling langs diverse badstrandjes, zoals eentje met sauna, eentje waar alleen dames of waar alleen heren ongestoord naakt mogen baden en eentje compleet met vlonders en een duikplank. De promenade voert tot de vesting. Zo pal aan zee, met bolwerken en kanonnen is het nog steeds een imposant geheel. In de baai naast de vesting is er het badhuis, Kallbadhus. Ook in Malmø en op Rügen zagen we vergelijkbare badhuizen met sauna’s op palen in zee, maar deze is wel erg exotisch gedecoreerd. Varberg zelf heeft een centraal marktplein met stadhuis, kerk en hotel en rondom ruime winkelstraten. Een aangename en vooral heel schone stad.
Göteborg
Na drie nachtjes Varberg is het de hoogste tijd om verder te reizen. Vandaag een vol programma, want op een verkasdag doen we de boodschappen en de verder-weg-uitstapjes. Op een uurtje rijden staat een bezoekje aan de zeehavenstad Göteborg. We parkeren in de haven en maken een ommetje door het centrum. De trompettist in de toren van de Domkerk maakt de relaxte zomerse sfeer in de stad compleet. Verderop treffen we een jazzorkestje op een pleintje. Helaas wordt de legendarische Feskerkörka, de overdekte vismarkt in een op een kerk lijkende vishal, momenteel gerenoveerd. Maar de ouderwetse culinaire versmarkt in de Saluhall is een erg goed alternatief. Al sinds 1888 wordt hier in de haven vers handelswaar verkocht. Misschien is het daarom niet zo vreemd dat dit deel van de stad ons erg doet denken aan de oever van de Hudson in Manhattan. Een havengebied met ook veel statige oude gebouwen afgewisseld met houten pakhuizen, straten die opgelapt zijn met stukjes asfalt en hele delen van straten waar steigers en schotten rond bouwputten geplaatst zijn. Dit in beide steden gecombineerd met stromen aan winkelend publiek en toeristen.
Göteborg ligt hemelsbreed op gelijke hoogte met Skagen. Hier gaat dan ook het Kattegat over in het Skagerak. Aan de kust of het water zelf is deze overgang verder nergens af te leiden.
Marstrand
Van Göteborg is het een uurtje rijden naar de volgende tussenstop op deze reisdag. Na een schitterende tocht door een landschap met steeds meer rotsen en water komen we op een wel heel toeristische bestemming, Marstrand, een rotseiland met een enorme vesting. Het eilandje is met een voetgangerspontje te bereiken. De vesting heeft vele funkties gehad, onder andere heeft het dienst gedaan als gevangenis. Momenteel is het een museum, hotel en wafelrestaurant. De omgeving is een en al pleziervaart, van jachten tot rondvaartboten.
Smögen
We zijn inmiddels beland in de scherenarchipel. De camping in Kungshamn is een en al rots, we moeten zelfs door een klif om ons kampeerveld te bereiken. De kust heeft hier ontelbare inhammen met haventjes en al dan niet bewoonde rotseilanden en eilandjes, waar je maar kijkt. Smögen is met een brug aan de vaste wal met Kungshamn verbonden. Na de hevige regenbui, die we liever even in de camper afwachten, maken we pas eind van de middag een wandeling naar en over het eiland. Het vroegere vissersdorp is uitgegroeid tot een populaire badplaats, met fotogenieke gekleurde houten huisjes langs de steile rotswanden. Omdat het openbaar vervoer hier goed is geregeld, ook op een zondagavond, kiezen we voor de terugreis van het eiland de bus. En een kwartier later staan we weer op de camping.
Vitlycke bij Tanum
We verlaten de scherenkust en volgen de westkust richting het Oslofjord. Daar waar de kale rotsen overgaan in bebossing bezoeken we de vindplaats van oude rotstekeningen uit de Bronstijd, van eeuwen voor onze jaartelling. Op rotsen in het bos zijn afbeeldingen van boten, jacht en gevechten en het dagelijkse leven te zien.
Frederikstad
Al snel passeren we de grens met Noorwegen. Uiteraard heeft het eenzelfde geschiedenis als de aangrenzende Zweedse kuststrook. Ook in deze omgeving rotstekeningen, een Viking verleden en langdurig landjepik over en weer tussen de Denen, de Zweden en de Noren. Dat de kust intensief bewaakt werd is te zien aan de vele vestingen. Frederikstad is een heel mooi bewaard gebleven vestingstadje met alle bolwerken en gebouwen nog in oude staat, een museumstadje als Bourtange, maar dan aan open water, aan de monding van het Oslofjord. Na een wandeling in het oude stadje is het nog een klein ritje naar onze volgende halte voor de komende twee nachten. Op de camping op het eiland Jeløya bij Moss, halverwege de oostoever van het Oslofjord hebben we een plaatsje direct aan een kleine baai en kijken vanuit de camper zo het fjord over. Binnen een kwartier zien we al de eerste veerboot richting Denemarken voorbij varen. Ook hebben we boten naar Göteborg en Hamburg langs zien komen.
Drøbak
Aan het smalste deel van het Oslofjord woont de Noorse Kerstman in het Julehus. Hij heeft er zelfs een eigen poststempel. Hier is het het hele jaar Kerst. Het sprookjesachtige stadje zelf is ook erg leuk om te bekijken. Een echt scandinavisch havenstadje zoals we die aan de kust vaker aantreffen, met straatjes die kriskras tussen de huizen doorlopen, die van hoog naar laag op de oever in een kluitje liggen. Het haventje wordt beschermd door drie bronzen zeemeerminnen. Die in Kopenhagen kan jaloers zijn op deze oogstrelende collega’s.
Sandefjord
Na het bezoekje aan Drøbak steken we met een veerpont het Oslofjord over. Hier komen we bij Sandefjord in een historisch gezien zeer roerig gebied. De streek speelde een belangrijke rol in het Vikingtijdperk. In deze streek wemelt het van de grafheuvels en restanten van nederzettingen. Ook werd hier het Gokstadschip gevonden, waarvan in de haven van Sandefjord een replica wordt gebouwd. Later is de havenstad een belangrijke plek geworden voor de walvisvangst. In 1967 verliet de laatste walvisjager de haven. De haven is nu vooral in gebruik als veerhaven voor Zweden en Denemarken. We verlaten het drukke havengebied en daarmee eigenlijk ook het Oslofjord en settelen ons voor de komende twee nachten op een camping op de rotskust van Stavern, iets ten zuiden van Larvik.
Stavern
Aan de baai naast de camping ligt het Frederiksvern Verft, een vesting door koning Frederik V aangelegd in 1750, en tot 2002 nog in gebruik als kazerne. Naast de kazerne, op het hoogste punt in de baai, een heel bijzonder oorlogsmonument voor de gevallenen in de beide wereldoorlogen. De baai met mooie zandstrandjes en haventjes ligt bovendien in een schitterende scherenkust. Het geheel trekt veel liefhebbers. Op onze wandeling treffen we een hele schoolklas die op kamp gaat, wildkampeerders, wandelaars met honden, hardlopers, zonaanbidders en zwemmers. Ondanks al deze activiteiten is het overal erg relaxed, vriendelijk, rustig en schoon. Iedereen schijnt genoeg te hebben aan de mooie omgeving en het heerlijke weer.
Tvedestrand
Een havenstadje uit de tijd van de ijzersmelterijen. Het stadje met weer hoofdzakelijk witte houten huizen ligt helemaal tegen de steile rotsen geplakt, tussen een meertje en de haven. In het oude stadsdeel staat volgens onze reisgids het smalste huis van Noorwegen, Strykejernet (strijkijzer).
Arendal
Via de nationale weg, de 410, kiezen we de toeristische route van Tvedestrand naar Arendal. Met ruim dertig kilometer slingert deze weg langs bossen, dalen, meertjes en haventjes die direkt met het Skagerak in verbinding staan. Arendal blijkt een erg grote havenstad te zijn. Bij een grote brand in 1960 is kennelijk veel ouds in de stad verloren gegaan, de wijk Tyholmen heeft met de oorspronkelijke oude houten bebouwing nog wel het karakter van het oude stadsdeel behouden.
Lillesand
En zo bereiken we onze laatste pleisterplaats op deze rondreis langs het Kattegat en het Skagerak. Twee nachtjes staan we op een camping in Lillesand. De witgeschilderde patriciërshuizen van wel 200 jaar oud maken dit havenstadje tot een waar “Sørlandsidylls” zoals onze reisgids het omschrijft. Op en rond het water is er overal vermaak, spelende kinderen, waterscooters, bootjes en jachten. De horeca in de haven doet goede zaken, de terrassen zitten vol en op vrijwel alle bankjes genieten mensen van een ijsje. ’s Avonds speelt er een dixieland orkestje in de haven, over het water is het in alle uithoeken van het stadje te horen. Hoewel hier het vakantieseizoen volgens de campingbeheerder al voorbij is, stroomt de camping vandaag helemaal vol. Helaas worden de rondvaarttochten in het scherengebied alleen rond juli aangeboden, we waren anders vast niet de enigen die mee zouden zijn gegaan op deze zonovergoten dag. Maar in de beboste scherenkust kun je ook heerlijke klautertochten maken, van haventje vaar haventje.
Lillesand is voor meerdere reizigers een laatste halte voor de terugreis. Eind van de middag zien we het Nederlandse gezin, dat we in de laatste stadjes ook al aantroffen, in een koffietentje in Tvedestrand en in de winkelstraat van Arendal, de camper naast die van ons installeren op de camping. Wanneer we de volgende dag de camping afrijden groeten we elkaar met een ”tot vanmiddag bij de boot”. En ja hoor, bij het inchecken op de boot staan ze een paar campers voor ons in de rij. Maar ook de alleen reizende Noorse dame van Stavern treffen we in Lillesand weer met haar pucktentje. Omdat ze vaak, met één hand in de zij en een sigaret in de andere, over het water staat te turen, noem ik haar maar het vrouwtje van Stavern. Als we haar die ochtend nog getroffen hadden zou ik haar het verhaal verteld hebben. Hopelijk is de aanleiding van haar staren over het water een stuk aangenamer dan die uit het verhaal van de vergane glorie van het vrouwtje van Stavoren.
Brekkestø
Van Lillesand naar Kristiansand, naar de veerhaven, is maar een kort ritje. We kunnen nog een laatste bezoekje doen aan de scherenkust. Bij Brekkestø zou die volgens de reisgids het mooist zijn. En inderdaad, bij het passeren van een hoge brug hebben we een geweldig zicht op de vaarroute die parallel langs de kustlijn loopt, de Blindleia. Deze loopt dwars op de andere vaargeulen, die als kleine fjorden tussen de scheren aflandig zijn. Na de brug komen we via een glooiend, bosrijk landweggetje in het schilderachtige Brekkestø. Op deze zondagochtend is het hier heerlijk stil. Een enkeling pakt een bootje en gaat het water op, een dame fotografeert vlinders op een rozenstruik in de tuin, er zit een man in het zonnetje op een trappetje bij de voordeur en een ouder stel koopt als enige andere toerist een parkeerkaartje voor het parkeerterrein aan de rand van het dorpje. Dat is al wat we er aan activiteiten zien.
Kristiansand
We zijn ruim op tijd voor de boot en benutten die om nog een wandelingetje te maken in het centrum van deze havenplaats. Naast de grote ferriehaven is er ook een haven voor de pleziervaart. Omdat de nieuwe veerdienst vanuit Delfzijl ook overtochten als minicruises aanbiedt zien we in het centrum hele goepen mensen ronddwalen, om de tijd te doden van aankomst tot vertrek. In het op zich leuke winkelcentrum zijn echter alle winkels op zondag gesloten, dan zijn drie uren toch best heel lang. Wij hebben het ook wel in een half uurtje bekeken, op naar de boot!
Hoewel we al meerdere overtochten hebben gemaakt is deze toch wel erg bijzonder. Het ene ritje rijden we nog in Zuid Noorwegen en het ritje erop in Noord Nederland. Vanwege het omboeken een beetje korter dan aanvankelijk gepland, maar een schitterende vakantie!
aug 2022